In 2020 en 2021 steeg de gemiddelde huurprijs van alle type woningen – huizen en appartementen – met respectievelijk 2,2 en 2,4 procent, in de eerste jaarhelft van 2022 was dat al met 3,7 procent. De toegenomen inflatie, die dit jaar al opliep tot 9,94 procent, speelt een rol. Maar volgens directeur Communicatie CIB Vlaanderen Kristophe Thijs stijgt de gemiddelde huurprijs ook omdat er meer vraag is naar huurhuizen. ‘We zien iets meer verhuringen van rijwoningen, halfopen bebouwingen en vrijstaande woningen. Niet spectaculair meer, maar voldoende om de gemiddelde prijs naar boven te trekken.’
Een rijwoning huren is al 4,2 procent duurder. Volgens Thijs evolueert de huurprijs van een rijwoning stilaan richting de 900 euro per maand. Voor een appartement betalen huurders voor het eerst gemiddeld meer dan 750 euro. Voorlopig is dat al 21 euro meer dan vorig jaar, en het is niet ondenkbaar dat die huurprijs tijdens het najaar nog meer zal oplopen.
Antwerpen is volgens het rapport de duurste centrumstad om een appartement te huren. Dat doe je daar voor gemiddeld 984 euro per maand. Opvallend is dat Mechelen de voorbije jaren een sterke inhaalbeweging heeft gemaakt tegenover centrumsteden als Gent en Leuven. In Mechelen is een appartement huren met 12,2 procent gestegen. Gemiddeld tel je er 892 euro per maand neer. De goedkoopste stad om een appartement te huren, is de West-Vlaamse stad Roeselare, met een gemiddelde huurprijs van 637 euro.
West-Vlaanderen is de goedkoopste provincie om te huren. Hoewel je in geen enkele provincie nog minder betaalt dan 700 euro, zijn ook de huurprijzen voor appartementen in de West-Vlaanderen gestaag aan het stijgen.
Ook in Limburg, Oost-Vlaanderen en Antwerpen stijgt de gemiddelde huur van een appartement. Toch is er een opmerkelijke kloof met de provincie Vlaams-Brabant, waar de gemiddelde huurprijs voor een appartement al 132 euro duurder is dan in 2017. Het rapport merkt wel op dat daar procentueel meer huizen worden verhuurd dan in de andere provincies.
(Bron: De Standaard)